“Donderdag had ik er nog gewerkt. En de week erop zou ik gewoon weer langskomen. Maar op maandag sprak ik haar dochters: ‘Hee Erica, niet schrikken hè...Maar ons mam is overleden...’
Werken als thuishulp is een baan die zorg, persoonlijkheid en voldoening met zich meebrengt. Een baan waarin waardering centraal staat. Dat is waar een thuishulp het voor doet. Een aangenaam thuis bieden aan cliënten, maar vooral een lach zien op hun gezicht. Maar wat veel mensen vergeten, is dat de thuiszorg ook een kant van verdriet met zich meebrengt. Thuishulpen komen soms jarenlang, elke week, een paar uur bij cliënten achter de voordeur. Ze bouwen een band op met hun cliënten. De cliënten delen lief en leed met de thuishulp. Maar werken met, voornamelijk, ouderen betekent ook dat de dood een rol speelt in het werk.
Zo ook bij Erica. Erica is al ruim 15 jaar thuishulp bij Tzorg. Samen gaan we in gesprek over hoe Erica omgaat met het verlies van cliënten. Haar vorm van rouwverwerking.
“Wat…?” – Erica kon de woorden niet meer vinden toen de dochter van haar cliënt vertelde dat mevrouw was overleden. Ze had het gevoel dat ze even moest gaan zitten.
“Ik werkte daar al 12 jaar. Dus dat was heel heftig. Mijn eigen moeder is al heel lang geleden overleden, dus zij voelde voor mij toch echt als een soort van tweede moeder. Ze was sociaal, lief en bezorgd.
Ze wilde naar de galerij gaan voor een vriend van haar, maar toen ze daar aankwam kreeg ze een hartstilstand. Ze hebben nog geprobeerd haar te reanimeren, maar helaas… Het was te laat…
Het was de start van de coronatijd. De periode waarin je met niet te veel mensen samen mocht komen. Ze heeft zelf drie dochters, drie schoonzonen, negen kleinkinderen, waar ook nog weer een paar een vriendje hadden. Een best grote familie, dus! Er mochten in die tijd maar 30 mensen bij de uitvaart aanwezig zijn. Ik had een uitnodiging gekregen van de dochters van mijn cliënt. De tranen schoten in mijn ogen. Het besef dat ik zo’n grote rol speelde in haar leven werd toen echt bewezen.
Ik heb tegen haar dochters gezegd; “nodig maar iemand anders uit. Het gezelschap is al zo beperkt, 30 mensen… En ze waren zelf al minstens met 20 personen’. Ik heb toen via een online link meegekeken naar het afscheid. Ik voelde me wel heel erg vereerd dat ik mocht komen. Dat doet toch veel met je.
Even later kreeg ik een heel groot bos bloemen met een kaartje van haar dochters. Ze bedankten me voor alle jaren waarin ik zoveel voor hun moeder heb gedaan.” Erica wordt emotioneel.
“Ik merk aan mezelf dat ik het overlijden van deze cliënt het moeilijkste vind van al mijn cliënten tot nu toe. Vooral omdat we niet écht afscheid hebben kunnen nemen van elkaar.
‘Tot volgende week he, rustig aan hè!’ – Dat waren de laatste woorden die we hebben gewisseld na het laatste zorgmoment.”
Erica werkte al 12 jaar bij deze cliënt. Ze vertelt hoe was het ze elkaar leerden kennen.
“Dat weet ik nog heel goed! We spraken elkaar kort voordat ik voor de eerste keer zou langskomen. Ik weet nog dat ze toen zei: ‘Ja, maar woon jij hier in de buurt want ik vind dat niet zo fijn’- Ik vroeg haar: ‘Waarom niet?’. Ze zei dat ze zich wat schaamt omdat ze zorg zou ontvangen. Ze was een bekende in de buurt, en was bang dat mensen daar een mening over zouden hebben.
Ik vroeg aan mevrouw: ‘We kunnen het toch proberen samen?’. En vanaf het eerste moment klikte het meteen tussen ons! Ze zei me toen nog wel eens: ‘Je weet nooit wie je over de vloer krijgt!’
Een paar keer in de week kwamen ze haar man ophalen voor de dagopvang. Het zorgmoment viel dan wel eens net op de dag dat haar man even weg was. Ze kon dan even haar hart luchten over de situatie met haar man die dementie had. Dat was voor haar namelijk ook niet altijd makkelijk.
Hun huis was heel groot. Het bijhouden van de tuin en het huishouden konden ze niet meer zelf. Ze zijn toen verhuist naar een kleinere woning. En ik verhuisde mee!” – Erica lacht.
“Van een groot huis naar een kleiner appartement is een groot verschil. Haar man is in het appartement overleden. Hij lag daar toen opgebaard. Ze vroeg me of ik het erg vond als ik hem zou zien liggen. Ik reageerde dat ik al vaker in mijn leven overleden personen heb gezien, dus dat ik dat niet erg vond.
En toen waren we ineens met z’n tweeën. Ze was vaak emotioneel, omdat ze haar man mistte, maar ook omdat ze zelf steeds minder kon. Ze had Parkinson. Ik kwam dan wel eens daar, en dan zei ze: ‘De vloer is heel vies want ik heb wat laten vallen…’. Ik zag haar dus al achteruitgaan. Maar dat ze zo plotseling kwam te overlijden had ik echt niet verwacht.”
Erica omschrijft het moment dat ze hoorde dat haar cliënt was overleden.
“Ja, dat was écht heel erg pijnlijk. Dat deed echt zeer. Ik voel het nu nog steeds. Ik heb haar echt heel erg gemist. Ze was een cliënt waar ik echt wel een aantal uur werkte in de week. De cliënten nemen je echt in vertrouwen en dat is iets best speciaals. Vaak is het zo dat, wil je een band met een cliënt opbouwen, je ook open bent over jezelf. Ze houden van een praatje en willen contact. Je bent één van de weinigen die bij ze over de vloer komt.” – Erica wordt emotioneel.
Het overlijden van deze cliënt heeft een verschil gemaakt in Erica’s werk.
“Ja, het zit in mij dat ik eerder aan anderen denk dan aan mezelf. Ik verhuisde van Brabant naar Zuid-Holland en reed tot het overlijden van deze cliënt een paar dagen in de week op en neer om voor ze te zorgen. En dat deed ik echt met alle liefde.
Na het overlijden van haar werd ik kort daarna een aantal maanden ziek. En toen dacht ik; misschien is het tijd om de knoop door te hakken en toch voor mezelf te kiezen. Cliënten wat dichterbij huis, bijvoorbeeld.”
Erica is er voor haar cliënten en als zij te maken hebben met verlies. Maar hoe is ze zelf omgegaan met haar emoties toen ze haar cliënt verloor?
“Ik ben een gevoelsmens, dus als ik het erover heb dan komt het bij mij nog steeds binnen. Maakt niet uit hoe lang het geleden is. Ik heb een fijne partner en kan daar alles mee delen. Hij was en is er altijd voor mij. Hij weet dat mij dat erg raakt. Praten helpt voor mij echt.
Het heeft voor mij ook geholpen dat ik met de naasten van mijn cliënten contact had na het overlijden. Dat zorgde voor steun. We spraken elkaar nog regelmatig, bijvoorbeeld rond de verjaardag en sterfdag van mevrouw.
Ik ben zelf mijn ouders al heel vroeg verloren. Dat mensen overlijden, weet ik. En ik weet ook dat het in mijn werk zo is. Maar ik kan me goed voorstellen dat mijn collega’s die hiermee te maken krijgen misschien schrikken als een cliënt of partner van een cliënt komt te overlijden.”
Erica vertelt wat ze haar collega’s aanraadt die te maken krijgen met verlies van cliënten.
“Praat erover. Met wie dan ook. Of het nu thuis is; met je ouders, vriend, vriendin, partner, buurvrouw. En blijven er naasten over van de cliënt? Dan zou ik aanraden met hen te praten. Ik denk niet dat je er zelf mee moet blijven zitten. Het is niet niks als je dit meemaakt. Met een overlijden kan het best lastig zijn om werk en privé gescheiden te houden. Ook vanuit je werkgever hebben ze vaak een vertrouwenspersoon of een psycholoog. Trek op tijd aan de bel als je merkt dat je behoefte hebt om jouw emoties een plek te geven.”