Het is hartje winter. De straten van Eindhoven zijn besneeuwd en glad. De heer en mevrouw Borghs, Piet en Gerda, komen tegenwoordig een stuk minder buiten dan vroeger. Al 60 jaar delen zij lief, en de laatste jaren steeds meer leed. Piet is kwetsbaar; hij hangt van grapjes aan elkaar. Zo proberen ze er samen wat van te maken.
De derde keer dat thuishulp Monique aanbelde bij Piet en Gerda, dacht ze toen de voordeur openging dat ze op het verkeerde adres was. Een jonge, knappe kerel stond in de deuropening. Dat was Piet niet. Het bleek de Griekse schoonzoon van het echtpaar. Piet was met spoed opgenomen in het ziekenhuis; hij had zijn katheter eruit getrokken. Zijn vrouw Gerda was met hem meegegaan. Monique heeft toen de bedden verschoond en alles in huis op orde gemaakt, zodat de thuiskomst in ieder geval fijn zou zijn.
Monique helpt het echtpaar wekelijks met het schoonmaakwerk in huis. Ze lacht wat af met Piet en is een luisterend oor voor Gerda. Naar eigen zeggen mag zijn schoonzoon dan wel een aantrekkelijke verschijning zijn, maar Piet mocht er zelf vroeger ook best zijn. “Ik was echt een knap menneke. Natuurlijk viel Gerda voor mij!” Piet is van nature al een goudeerlijke man, maar vanwege zijn Lewy body dementie heeft hij nog minder een filter op wat hij zegt. Gerda lacht even. “Maar zo grappig is het hier niet altijd.”
Gelukkig is daar iedere week Monique. Zo gauw zij binnen is, pakt ze de taken over die Piet er Gerda niet meer kunnen. Natuurlijk vraagt ze altijd eerst of er nog bijzonderheden zijn en ze anders volgens het plan aan de slag gaat maar ook zonder instructies weet ze van aanpakken. Monique is recht door zee. En laat dat nou precies zijn hoe Piet en Gerda het ’t allerliefst zien. Piet: “Monique doet in een kwartier waar een ander minstens een uur voor nodig heeft. Ja, ik zeg het maar gewoon zoals het is. Voor ons als ouderen is ze onbetaalbaar. Dat is echt hoor, Monique!” “Ik help graag. Ik zie alles en doe alles graag. Mij hoef je niet te vertellen waar de schoonmaakspullen staan. De kelder of het keukenkastje vind ik zelf wel,” lacht Monique. In dit gezelschap vallen geen stiltes.
Gerda: “We hebben het altijd hartstikke goed gehad samen. Mooie reizen gemaakt, naar Indonesië en Thailand met familie en vrienden. Maar tegenwoordig is er altijd wel wat. Piet heeft suikerziekte, een doorligwond die maar niet wil helen, benauwdeid, hartklachten en laatst is hij ook flink gevallen. Drie weken geleden lag hij nog in het ziekenhuis. ” Piet: “Snapte dat ik soms wel drie Weesgegroetjes doe?” Humor helpt, maar heelt helaas niet alle wonden. Gerda heeft er haar handen vol aan. Het valt haar soms zwaar dat er geen perspectief meer is en dat ze amper nog ergens naartoe kan. Af en toe krijgt zij mantelzorgondersteuning en komt iemand langs om bij Piet te blijven. Zo komt het dat over twee weken een dagje Sittard op de planning staat, samen met haar vriendin Karin. Ze kijkt er nu al naar uit.